Onderstaande is een beknopte samenvatting van het in de behandelrichtlijn multipel myeloom beschreven beleid. Raadpleeg zo nodig de richtlijn voor uitgebreidere details. 

Bisfosfonaten

Vanaf diagnose: zoledroninezuur 4 mg, elke 3 maanden (voorwaarde kreatinineklaring >60 ml/minuut). Bij kreatinineklaring van 30-60 ml/minuut: pas dosis aan conform SmPC. Alternatief is APD (pamidroninezuur) 30 mg elke 4 weken.

Denosumab kan overwogen worden bij bisfosfonaat gerelateerde toxiciteit die tot staken van de therapie leidt, waarbij deze toxiciteit niet of minder te verwachten is bij denosumab of bij ernstige nierinsufficiëntie (kreatinineklaring <30 ml/minuut). Bij kreatinineklaring <30ml/min: geen bifosfonaten. Hypercalciëmie bij nierinsufficiëntie kan effectief worden behandeld met hyperhydratie, calcitonine of denosumab.

De behandeling met bisfosfonaten dient gedurende 2 jaar gegeven te worden. Zie Behandel­richtlijn multipel myeloom - onderdeel Supportive care - Botziekte en de CBO richtlijn osteoporose en fractuur­preventie (2011) - tabel Fractuurrisicoscore voor overwegingen hierna en maatregelen ten aanzien van tand­heel­kundige sanering en tandheel­kundige ingrepen.

Radiotherapie

Radiotherapie bij solitair plasmacytoom, symptomatische compressie van het ruggenmerg, pijnlijke lytische laesies ondanks anti-myeloom therapie en ter preventie van pathologische fracturen indien van toepassing.

Tromboseprofylaxe

Carbasalaatcalcium 1 dd 100 mg tot 2 maanden na einde van IMID bevattende therapie.

Bij trombose in de voorgeschiedenis, combinatie van een IMID met doxorubicine of hoge dosis dexamethason (>480 mg/maand of equivalent): LMWH vanaf de start tot het staken van de behandeling.

Herpesprofylaxe

Valaciclovir 2 dd 500 mg vanaf start tot 3 weken na staken van proteasoomremmer (bortezomib, ixazomib of carfilzomib) of daratumumab.

PJP profylaxe

Cotrimoxazol 1 dd 480 mg, indien schema met >20 mg dexamethason per week of equivalent.

Infectie profylaxe

Overweeg bij ouderen of patiënten met co-morbiditeit (frail) profylactisch levofloxacine 1 dd 500 mg gedurende de eerste 12 weken van de behandeling toe te voegen.

Er is geen indicatie voor primaire antifungale profylaxe (bijvoorbeeld fluconazol).

IVIG

Op indicatie bij recidiverende infecties en hypogammaglobulinemie (serumwaarden IgG en IgA lager dan normaal, met variabele serumwaarden IgM) en frequente (>2 infecties/jaar) of ernstig verlopende infecties.

Dosering 0,4 gram/kg per 3 weken, tot het bereiken van een totaal IgG tussen de 5-7 gram/l, waarna 0,4 gram/kg per 5 weken.

Erytropoiëtine en G-CSF

Zie behandelrichtlijn multipel myeloom voor de overwegingen. 

Lenalidomide-geïnduceerde diarree

Lenalidomide-geïnduceerde diarree kan nog lang na start van de behandeling ontstaan. Overweeg colestyramine (Questran), maximaal 4 dd 4 gram (=1 sachet) >4 uur voor en na lenalidomide-inname.

Zie behandelrichtlijn multipel myeloom voor overige overwegingen. 

 

Ga terug naar de MM homepage of lees meer over MM:

Ga terug naar de algemene homepage Behandelprotocollen.