Immunofenotypering

Volgt

Moleculaire diagnostiek

Diagnose:

  • Fusiegen detectie BCR::ABL1 (t(9;22)) met PCR (kwantitatief)
  • Vaststellen type breukpunt (p210 E13A2/E14A2, p190 E1A2, overig). Voor p190 E1A2 en andere zeldzame breukpunten waarbij geen E13A2/E14A2 BCR::ABL1 wordt gevormd moeten immers specifieke moleculaire kwantificerings­­methodes worden toegepast die niet op internationale schaal (IS) gerapporteerd kunnen worden

Follow up:

  • Follow up BCR::ABL1 (t(9;22)) met PCR (kwantitatief)
  • BCR::ABL1 puntmutatie analyse (bij vermoeden resistentie tyrosine kinase remmer)

Cytogenetica

Standaard:

  • Karyotypering voor t(9;22)(q34.12;q11.23) en eventuele additionele afwijkingen

Op indicatie:

  • Interfase FISH naar BCR::ABL1 (bij geen of onvoldoende delingen)

Pathologie

Op indicatie op cristabiopt, alleen bij 'dry tap':

  • Bevestigen diagnose
  • Beoordeling mate van fibrose

 

Ga terug naar protocol CML - Diagnostiek.

Ga terug naar de homepage Hematologische laboratoriumdiagnostiek.

Ga terug naar de algemene homepage Behandelprotocollen