Beleid bij een standaard trombocyten trigger

Voor ATG-toediening

  • Bepaal het trombocytenaantal
  • Indien trombocyten <20*109/l: transfundeer 1 eenheid bestraalde trombocyten. Daarna kan de ATG-toediening direct worden gestart
  • Indien trombocyten ≥20*109/l: geen indicatie voor trombocyten­transfusie. De ATG-toediening kan worden gestart

Direct na de ATG-toediening

  • Bepaal opnieuw het trombocytenaantal
  • Indien trombocyten <20*109/l: transfundeer 1 eenheid bestraalde tromobocyten
  • Indien trombocyten ≥20*109/l: geen indicatie voor trombocyten­transfusie
  • Bepaal de volgende ochtend opnieuw het trombocytenaantal

Dag na de ATG-toediening

  • De trombocyten trigger gaat weer terug naar 10*109/l

Beleid bij een hogere trombocyten trigger

Indien een patiĆ«nt een indicatie heeft voor een trombocyten trigger van ≥20*109/l, bijvoorbeeld bij gebruik van antistolling, dan wordt de trombocyten trigger rondom ATG aangepast naar 40*109/l. Beleid:

  • Indien trombocyten voor of direct na ATG-toediening <40*109/l: transfundeer 1 eenheid bestraalde tromobocyten
  • Indien trombocyten voor of direct na ATG-toediening ≥40*109/l: geen indicatie voor trombocyten­transfusie

Achtergrondinformatie

Gedurende de behandeling met antithymocytenglobuline (ATG) kan er verergering van trombocytopenie optreden. Het mechanisme hierachter is niet geheel opgehelderd, maar er zijn aanwijzingen dat er een verhoogd verbruik is van trombocyten door binding van ATG aan de trombocyt wat leidt tot trombocyten­aggregatie, trombine­generatie en hierdoor een verhoogd trombocytenverbruik. Daarnaast zijn er aanwijzingen voor een verhoogde klaring van trombocyten gebonden aan ATG in het reticulo-endotheliale systeem.

Aangezien goede ‘evidence-based’ richtlijnen ontbreken is er binnen Nederland een grote variatie in het beleid rondom trombocytentransfusies bij patiĆ«nten die behandeld worden met ATG. Onderstaande werkwijze is opgesteld op basis van de huidige literatuur en internationale richtlijnen en dient ertoe dat bloedingen door een ernstige trombocytopenie worden voorkomen en dat excessief verbruik van trombocyten­concentraten wordt vermeden.

 

Ga terug naar de Transfusieprotocol homepage of lees meer over dit onderwerp:

Ga terug naar de algemene homepage Behandelprotocollen.