Diagnostiek

Het leveren van HLA-compatibele producten bij trombocytenrefractairiteit veroorzaakt door HLA klasse I antistoffen is alleen mogelijk indien een HLA-A/B typering op minimaal een laag resolutie niveau verricht is. Houd er rekening mee dat deze bepaling 5 werkdagen in beslag neemt.

Om te voorkomen dat een patiënt refractair blijkt te zijn op trombocyten­transfusies en er door afwezigheid van een HLA typering geen HLA-compatibele producten kunnen worden geleverd, dient onderstaande strategie aangehouden te worden.

Verwachte beperkte duur van trombopenie

In geval van een verwachte beperkte duur van de trombopenie (bijvoorbeeld autologe SCT, ATGAM/cyclofosfamide bij aplastische anemie): bepaal vooraf aan de klinische opname HLA antistoffen, maar verricht niet pre-emptief een HLA A/B typering.

Indien er HLA klasse I antistoffen aanwezig blijken:

  • Verricht zo snel mogelijk een HLA-A/B typering (Radboudumc: Epic order LAB3343). Dit dient bij grote voorkeur nog vooraf aan de opname plaats te vinden, maar anders op de dag van opname
  • In geval van aanvraag op dag van opname: overleg met laboratorium LMI of de uitslag verwacht kan worden voordat de patiënt de trombopene fase ingaat. Zo niet, dan kan als alternatief de HLA A/B typering cito verricht worden óf kan de HLA antistof specificiteit cito bepaald worden
  • Overleg zo nodig met de klinische consultatieve transfusie­geneeskundige dienst (KCTD)  

Verwachte langdurige trombopenie

In geval van een verwachte langdurige trombopene periode én hoog-risico patiënte (vrouw die ooit zwanger is geweest) én geen lopende donorsearch (bijvoorbeeld aplastische anemie, transfusie-afhankelijke AML/MDS etc.): verricht pre-emptief een HLA-A/B typering.

 

Ga terug naar de Transfusieprotocol homepage of lees meer over dit onderwerp:

Ga terug naar de algemene homepage Behandelprotocollen.