Risicoclassificatie volgens ELN2017*
Risicogroep | Genetische afwijking |
---|---|
Gunstig |
|
Intermediair |
|
Ongunstig |
|
* Enige aanvullingen die niet benoemd zijn in de ELN 2017 risico score maar wel meegenomen dienen te worden bij de definitieve risicoclassificatie:
- AML t(8;21) heeft niet een gunstig maar een intermediair risico als een cKIT mutatie aanwezig is
- Bij een intermediair risico AML waarbij geen CR bereikt wordt na de eerste remissie inductiekuur wordt het risicoprofiel per definitie ongunstig
- Bij een intermediair risico AML met aanwezigheid van hyperleukocytose met leukocyengetal ≥50*109/l wordt het risicoprofiel per definitie ongunstig. Een gunstig risicoprofiel blijft evenwel ongewijzigd
- PatiĆ«nten met een leeftijd ≥60 jaar moeten als ongunstig risico worden beschouwd en dienen bij voorkeur geconsolideerd te worden met een allogene SCT. Dit moet afgewogen worden tegen de TRM. Nota bene bij een gunstig risico AML kan tot 65 jaar een autologe SCT worden overwogen
- Discussie bestaat over de combinatie NPM1-mutatie en FLT3-ITD mutatie met hoge allelische ratio (≥0,5) die volgens de ELN 2017 behoort tot de intermediair risico groep. Het is echter onzeker of deze groep bij MRD-negativiteit een gunstige prognose kent en of allogene SCT achterwege kan blijven. Veel centra kiezen toch voor een allogene SCT bij deze subgroep, ongeacht de MRD status. Lokaal beleid: voorkeur voor allogene SCT met als alternatief autologe SCT afhankelijk van patiĆ«ntspecifieke situatie
Ga terug naar de AML homepage of lees meer over AML:
- Diagnostiek
- Classificatie
- Behandeling
- Respons criteria
- MRD
- Richtlijnen en literatuur
- Beheer en wijzigingenhistorie
Ga terug naar de algemene homepage Behandelprotocollen.