Bij de behandeling van EBV-reactivatie en post transplantatie lymfo­prolifera­tieve ziekte (PTLD) draait het enerzijds om het herstel van de onderliggende immuunstoornis en anderzijds om de eliminatie van B-cellen. 

Flowchart

Klik HIER voor de flowchart diagnostiek en behandeling van EBV reactivatie en PTLD na allogene SCT(afgeschermd, alleen toegankelijk via netwerk Radboudumc).

Behandeling gericht op herstel immuunstoornis

  • Reductie van immuunsuppressie (RIS):
    • Werkt met name goed bij orgaantransplantaties
    • Na allogene SCT, zeker de eerste 3 tot 6 maanden, is er vaak een dermate ernstige immuunstoornis, dat ondanks het onderbreken van immuun­suppressiva EBV specifieke cytotoxische T-lymfocyten (CTL’s) niet toenemen
  • Donor lymfocyten infusie (DLI):
    • Nadeel is het risico op GvHD
    • Aanvragen van een DLI kost tijd
    • Het moment van effect van DLI kan 4-6 weken op zich laten wachten
  • EBV Specifieke cytotoxische T-lymfocyten (CTL’s):
    • Deze zijn niet overal voor handen
    • Deze behandeling, alhoewel al bewezen effectief, wordt met name nog in onderzoeksverband uitgevoerd

Behandeling gericht op eliminatie B-cellen

  • Anti-B-lymfocyten antistoffen zoals anti-CD20 (rituximab):
    • Wisselende effectiviteit, tussen de 55-100% na allogene SCT (weinig grote studies)
  • Radiotherapie of chirurgie:
    • Te overwegen bij een PTLD lokalisatie op 1 plaats
  • Chemotherapie (CHOP +/- rituximab):
    • Effectiviteit na rituximab falen is bewezen met een overall response rate tot 70% (met name data gestoeld op orgaan­trans­plantaties)
    • Deze therapie wordt in de allogene SCT setting minder goed verdragen als gevolg van eerdere intensieve chemotherapeutische behandelingen en al bestaande immuunstoornissen, met daarbij dus meer infectieuze complicaties

 

Ga terug naar de PTLD post allogene SCT homepage of lees meer:

Ga terug naar de homepage EBV reactivatie en PTLD.

Ga terug naar de algemene homepage Behandelprotocollen.