Diagnostiek tijdens follow up bij rustige, onbehandelde CLL

Bij CLL stadium RAI 0 / Binet A kan overwogen worden patiĆ«nt terug te verwijzen naar de huisarts met instructies voor halfjaarlijkse controles conform de hieronder genoemde diagnostiek. 

Poliklinische controles

Frequentie: elke 3 – 6 maanden.

Bij anamnese speciale aandacht voor niveau van functioneren, koorts, gewichtsverlies, nachtzweten en infecties.

Bij lichamelijk onderzoek speciale aandacht voor WHO performance status, vaststellen grootte van lymfeklieren, lever en milt.

Laboratoriumonderzoek

Bloed:

  • Volledig bloedbeeld inclusief automatische differentiatie
  • Chemie: LDH

Diagnostiek tijdens follow up na actieve behandeling

Poliklinische controles

Frequentie: elke 3 – 6 maanden.

Bij anamnese speciale aandacht voor niveau van functioneren, koorts, gewichtsverlies, nachtzweten en infecties.

Bij lichamelijk onderzoek speciale aandacht voor WHO performance, vaststellen grootte lymfeklieren, lever en milt.  

Laboratoriumonderzoek

Bloed: 

  • Volledig bloedbeeld inclusief automatische differentiatie
  • Chemie: LDH
  • Overig (routine) bloedonderzoek alleen op indicatie

Beenmergonderzoek op indicatie, bij cytopenie of indien consequenties bij CR of MRD (zoals bij behandeling in studieverband).

Beeldvorming

  • CT-scan hals, thorax, abdomen (op indicatie, achterwege laten indien geen consequenties, bij behandeling in studieverband kan een CT-scan vereist zijn)

 

Ga terug naar de CLL homepage of lees meer over CLL:

Ga terug naar de algemene homepage Behandelprotocollen